Uit de dagbladen  >> << PRESS

     17-Apr-2002   Boris Orlov:  De trainer blijft thuis de Volkskrant, Sport, 13 april 2002
  door Tynke Landsmeer

Bij het EK volgende week in het Griekse Patras ligt een medaille klaar voor de Nederlandse turnploeg. Twee van de vijf deelneemsters komen van De Hazenkamp in Nijmegen. Trainer Boris Orlov (57) zal hun verrichtingen vanuit de huiskamer volgen. `Of ik nu op de Noordpool of in Rusland zit, ik ben er in gedachten heel dichtbij.'


Boris Orlov - Interview in Gent

`Als hij gaat, ga ik mee.' Er zijn weinig zekerheden in het jonge leven van turnster Monique Nuijten (18), maar van één is ze stellig overtuigd. Voor Nuijten bestaat geen andere trainer dan Boris Orlov. En als de kleine Rus met de wapperende grijze haren onverhoeds terug zou keren naar zijn vaderland dan is er dus maar één optie: mee.

Orlov hoeft niet weg. Dinsdag is zijn werk- en verblijfsvergunning met nog eens een jaar verlengd. Hij toont de identiteitspas die hij zojuist op het politiebureau van Nijmegen heeft verkregen. `Geen idee wat het allemaal betekent. Ik weet alleen dat ik elk jaar naar het bureau moet komen en dan weer een jaar mag blijven.
'Inmiddels verblijft Orlov, afgezien van twee korte onderbrekingen, al bijna vijftien jaar in Nederland. Eerst was hij coach op het nationale turninternaat Papendal. Sinds 1995 is hij, samen met assistent Esther de Weerd, trainer van turncentrum De Hazenkamp in Nijmegen. 

Een half jaar na zijn komst maakte de destijds 12-jarige Nuijten de overstap van het Zeelandse Goes naar de school van Orlov.
Wie zijn blik laat rondgaan langs de toestellen in de metershoge turnhal begrijpt waarom. Eén wand bestaat uit enkel spiegels met een barre. Zes balken, vier brugtoestellen, een vloer en twee paarden staan permanent opgesteld. Zachte tonen komen uit een geluidsinstallatie. Met een grap probeert Orlov op de vroege dinsdagochtend een glimlach te toveren op het sombere gelaat van een juniore.


Orlov

`Ik kende hem alleen van de verhalen, maar ik wist dat je hier naar toe moest als je goed wilde worden', vertelt Nuijten. `Dus toen mijn ouders me vertelden dat er plek voor mij was, heb ik geen moment geaarzeld. Elke zondagmiddag naar een gastgezin en op vrijdagavond met de trein weer terug naar huis.'
Orlov werd meer dan zomaar een trainer. Respect voor elkaar, vrijheid en wederzijds begrip plaveiden de weg naar het grote succes. Nuijten maakte deel uit van de Nederlandse ploeg die vorig jaar bij het WK in Gent vijfde werd. Renske Endel eveneens. Slechts anderhalf jaar geleden maakte Endel de overstap naar De Hazenkamp en bloeide onder Orlov volledig op. In Gent haalde ze zilver op brug.

Nuijten: `Boris kan op een bepaalde manier naar je kijken en dan weet ik precies wat hij bedoelt. Hij is heel anders dan de meeste trainers. Hij begrijpt je beter, hij is liever en hij laat ons vrij. Natuurlijk wordt hij wel eens boos, maar hij is nooit onredelijk. We doen allemaal ons best. En als je niet je best doet, dan ziet hij dat ook wel. Maar hij zal nooit zeggen dat je mòet.

`De sfeer is open en relaxed. Hij zegt: ``Als je niet hard wilt werken, dan niet. Maar dan kom je er ook niet.'' Op die manier laat hij de keuze als het ware bij jezelf. Daar word je heel volwassen en zelfstandig van. Het is niet voor niets dat Renske, Fieke (Willems) en ik nog zo lang door willen gaan.'

Alle drie hebben inmiddels hun 18de levensjaar gevierd. Ze vormen de helft van de Nederlandse ploeg die volgende week in het Griekse Patras voor het eerst in de historie een Europese medaille hoopt te verdienen. Endel op brug, Nuijten vermoedelijk op sprong en balk. Willems, herstellende van een enkelblessure, zal meegaan als begeleidster. Orlov blijft thuis.

Officieel zijn het de psychische problemen van zijn vrouw die de 57-jarige Rus aan huis gekluisterd houden. Maar er is meer. `Bog ne aast, svinja ne sest', citeert Orlov een Russisch spreekwoord. En doet er verder het zwijgen toe. `Dat is wijzer.'

Als God niet geeft, kunnen varkens niet eten, zo luidt de vrije vertaling. Orlov werkt hard, terwijl anderen in de turnwereld met de eer gaan strijken. Zijn achterblijven is daarom uit te leggen als stil protest. `Of ik nu op de Noordpool of in Rusland zit, ik ben er toch wel bij', zegt Orlov. `Zodra de wedstrijd begint ben ik er in mijn gedachten heel dichtbij.

`Mijn aanwezigheid in Patras is niet noodzakelijk om tot goede resultaten te komen. De begeleiding is daar in goede handen. En ze zijn zelfstandig genoeg. De meisjes moeten zich niet druk maken in het hoofd. Gewoon op je gemakje naar het magnesiumbakje lopen, beetje poeder pakken en lekker je oefening doen.'

Voor Nuijten is dat geen probleem. Endel bewees echter over een labieler zenuwgestel te beschikken. In Eindhoven sloeg ze vorige maand met haar teen tegen de onderste ligger en raakte volledig van slag. Bij een wedstrijd in Kiev was er een `hotline' nodig tussen Nuijten en Orlov om Endel bij te staan. Orlov: `In Patras is er geen tijd om te zeuren. En Renske heeft me verzekerd dat mijn aanwezigheid niet noodzakelijk is.'

De zware last die de afgelopen maanden op Endels smalle schouders leek te drukken, is inderdaad verdwenen. Ze kijkt opgeruimder als ze 's middags in haar olympische auto bij De Hazenkamp arriveert. Na een turbulente periode vol aandacht van fans en media is de rust rond de turnsters teruggekeerd. `Rond Renske', benadrukt Nuijten. `Wij hebben er niet zoveel van gemerkt.'

Hysterische toestanden bij de poorten van De Hazenkamp bleven niettemin uit. Want hoewel de olympische auto en een maandelijkse toelage van NOCNSF voor de turnsters met een A-status wel degelijk een omslag teweeg hebben gebracht in het aanzien van de sport is voor de rest alles bij het oude gebleven. Ouders zijn nog altijd huiverig om hun dochter twee keer per dag ('s morgens tussen acht en tien en 's middags tussen drie en zes) in de handen van Orlov en De Weerd achter te laten.

Orlov: '' 'Joepie, joepie, joepie, joepie', roepen ze. Ze vinden het prachtig wat Renske heeft gepresteerd. Maar hun eigen kind moet óók in het tuintje achter het huis spelen, én op vioolles, én naar school en ook nog naar opa en oma. Een paar uurtjes turnen in de week vinden ze wel voldoende. Aan die mentaliteit is niks veranderd.

`Zo snel gaat dat niet. Pas als Nederland langer achtereen goed presteert op grote toernooien dan verandert er misschien iets. Maar het zal altijd lastig blijven. We hebben nu een goede lichting, maar dat is een impuls. Ik zie bij de junioren weinig meisjes die binnenkort de stap naar de senioren kunnen maken. We hebben best goede turnsters, maar te weinig.'

De ploeg is daardoor kwetsbaar. Eén blessure kan het verschil zijn tussen succes en een plek in de middenmoot. Marleen Deuning was twee jaar geleden bij het WK in China het tastbare bewijs. De Nederlandse ploeg stevende af op plaatsing voor de Olympische Spelen, maar door een val van Deuning eindigde de ploeg op de 14de plaats. Deuning nam vier weken geleden definitief afscheid van De Hazenkamp.

Ook Fieke Willems viel af. Gescheurde enkelbanden weerhouden haar nog altijd van een wedstrijdoptreden. Ze springt haar salto's en schroeven vooralsnog alleen nog in een gordel op de trampoline terwijl Orlov zwaar aan de touwen hangt. Vier weken geleden schreef ze in het afscheidsboek aan Deuning: `Helaas konden we niet samen afmaken waar we samen aan zijn begonnen.' Nu staat ze zelf op non-actief.

`Je moet er niet te lang bij stil blijven staan, maar het kan zo afgelopen zijn', zegt Nuijten. `Het is vreselijk verdrietig als zoiets je overkomt. De sport is keihard. Marleen was een goede vriendin. We dachten precies hetzelfde over training. We waren er kapot van.'

Geconcentreerd blijven, goed op het eigen lichaam letten en over twee jaar naar de Spelen in Athene. Nuijten heeft de route voor zichzelf al uitgestippeld. `Dan ben ik twintig. Toen ik voor het eerst bij De Hazenkamp kwam vond ik zestien jaar al heel erg oud.

`Er is veel veranderd in die tussentijd. We krijgen eindelijk waardering. Dat is een stimulans om door te gaan. Ik vind het leuk dat turnen nu eindelijk in de belangstelling staat. Vroeger deed je het voor niks. Ik moest zelfs de deelname aan wedstrijden betalen. Mijn vader heeft altijd alles voor mij betaald, nu kan ik dat zelf.

`Ik weet niet of ik het haal. Maar de meeste dingen die ik wil, die lukken ook. Vijf jaar geleden lag de top van een turnster op haar veertiende, nu kun je veel langer door. Ik heb altijd gezegd dat ik aan de Spelen wilde deelnemen. Het is het allerhoogste dat je kunt halen. Sydney is niet gelukt. Dan moet het Athene maar worden.'

(Source13-Apr-2002de Volkskrant)

>> Tagesaktuelle News immer bei GYMmedia 

> back to ECh News